Agorafobie wordt ook wel eens ‘pleinvrees’ genoemd, maar dat dekt eigenlijk de lading niet helemaal. Het gaat niet enkel over open ruimtes of pleinen, maar vooral over de angst om in een situatie terecht te komen waar je moeilijk uit kan ontsnappen, of waar je geen hulp kan krijgen als er iets mis zou gaan.

Mensen met agorafobie voelen zich bijvoorbeeld onveilig in drukke winkelcentra, op het openbaar vervoer, in een volle bioscoopzaal of gewoon wanneer ze alleen buitenshuis zijn. De gedachte “Wat als ik hier een paniekaanval krijg en niemand kan me helpen?” zit vaak onder deze angst. Daardoor begin je bepaalde plaatsen of situaties steeds meer te vermijden.

De angst kan zo sterk worden dat je het liefst gewoon thuisblijft, waar alles vertrouwd en ‘veilig’ aanvoelt. Maar na een tijdje kan ook dat beperkend aanvoelen: je gaat minder naar buiten, minder afspreken met anderen, en het leven wordt kleiner en kleiner. Dat heeft vaak ook impact op je werk, relaties en zelfstandigheid.